Dromen

 

Gevangen in de armen van de nacht

ligt mijn hoofd in dons

mijn engel houdt de wacht.

 

Omarmt door warme plooien

word ik vederlicht

ontvlucht alle kooien

verrijk mijn aangezicht.

 

Rectificeer al mijn gedachten

kom los van deze aard

al wat ik verwachtte

bleef me niet bespaard.

 

Voel me veilig en

geknuffeld door de rust

wentel ik me

mijn engel, die me kust.