Thigmofiel

Ik ben een thigmofiel. Sterker nog, de meeste van ons zijn thigmofielen. Althans, dat beweert de bioloog, Midas Dekkers, in zijn nieuwe boek. Zijn uitgeverij schrijft over zijn boek: “Het is de plezierige tegenhanger van claustrofobie: thigmofilie, de liefde voor de kleine ruimte, het verlangen naar geborgenheid, grond onder je voeten, het gevoel dat wegkruipen de beste oplossing is. De kat doet het wanneer hij in zijn kartonnen doos gaat zitten en de mens, wanneer hij in foetushouding onder zijn dekbed gaat liggen of zich terugtrekt op de wc”. Thigmos is ’tast’  en filie is ‘houden van’. Ik vind het een prachtig woord.

Ik werk geruime tijd in de zorgsector. Ook onze doelgroep is thigmofiel. En het is fantastisch, de wetenschap te hebben, dat juist wij in staat zijn om deze mensen een gevoel van warmte en geborgenheid te kunnen geven. Een knuffel, een troostend woord en goede zorg zullen dit enkel aanwakkeren. Het geeft onze bewoners een veilig en warm gevoel. Hierbij is onze inzet synoniem voor een heerlijk warm en zacht donzen dekbed, die het zieke en oude lichaam helemaal omsluit.

Wij verlangen toch allemaal naar verborgenheid? Zachte armen om ons heen, een dak boven ons hoofd en in de winter de warmte van de kachel. De publicatie van dit boek valt goed samen met de vluchtelingenproblematiek. Omdat het woord, thigmofiel, door een Nederlandse bioloog is verzonnen, betekent dat nog niet dat het Nederlands eigendom is. Alle wereldburgers, een enkeling daargelaten, is thigmofiel. Wij hebben de morele verplichting om vluchtelingen, al dan niet tijdelijk, op te nemen in onze maatschappij. Tenslotte was het de westerse wereld, die met haar interventies, de brandhaarden heeft gesticht in het Midden Oosten.

Dus volg ik – vol verbazing – de nieuwsberichten over bestormingen van vluchtelingencentra, demonstraties en vreemdelingenhaat. Helemaal met de wetenschap, dat ieder mens een veilige plek wil hebben om te wonen. Dit vraagt om politieke kracht en onze gekozen leiders doen er goed aan om de eerlijke boodschap te brengen. Zij moeten stoppen met hun sociale antwoorden, die doorspekt zijn met de peilingen in hun achterhoofd. Het vergt ook begrip van onze maatschappij. Hopelijk worden wij nooit meer slachtoffer van een oorlog, maar mocht het ooit zover komen, dan willen ook wij ons gevoel van geborgenheid vast blijven houden, Desnoods elders. En het is niet nieuw. Eeuwenlang zijn hele volksstammen op zoek naar een betere plek om te wonen, te werken en te leven. De wereld is van ons allemaal. De enige terechte vragen die je de nieuwkomer kan en mag stellen is of ie de normen en waarden van het nieuw gekozen land wil eerbiedigen. Een strenge controle op wie, waarom en hoe lang is dus hierbij zeker gerechtvaardigd.

En als dat moet betekenen, dat wij opnieuw een klein stukje van onze eigen kleine stukje moeten inleveren, dan moet dat dan maar. Het is niet anders. Iets meer mededogen is – in deze onrustige tijden – meer dan op zijn plaats.